Selecteer een pagina

“Zou je niet een blog schrijven waarin je het afgelopen jaar een soort van afsluit?”, vraagt mijn tante onder het genot van een kop thee.

“Ik houd niet van zoetsappige jaaroverzichten”, zeg ik terwijl ik hautain mijn neus ophaal.

“Ik doel meer op een ‘hoe is het nu’. Door het niet plaatsen van blogs zouden mensen kunnen denken dat het niet goed met je gaat!”

Ik zou mezelf niet zijn als ik me, op de fiets terug, realiseer dat mijn blogstilte kan overkomen alsof het niet goed gaat. Het tegendeel is waar, ik vul de tijd waarvan ik me besef dat die mij gegeven is met ambitieuze activiteiten en waardevolle mensen.

Dat juist vandaag dan een blog online komt, is niet toevallig. Vandaag, 21 maart, is het precies een jaar geleden dat de radioloog op de echo constateerde dat ‘het’ er niet goed uitzag. Afgelopen week zijn mijn gedachten meer dan eens teruggegaan naar vorig jaar. De periode die voor me lag zou mijn tijd worden. Mijn tijd werd het, maar niet met het vooraf bedachte scenario. Chemo’s, een kaal hoofd, het BRCA2 gen, operatie, nieuwe borsten, bestralingen en hormoontherapie, de rode loper van de borstkankerwereld rolde voor me uit. In het begin kwamen de tegenvallende uitslagen achter elkaar binnen. Terugkijkend besef ik me heel goed dat de allerergste boodschap me bespaard is gebleven. Of zoals de doktersassistente gisteren zo mooi zei: ”Fijn dat het beter gaat en je bent er nog. “ Ja, ik ben er nog en ik vier het leven meer dan ooit!

Half december kreeg ik mijn laatste bestraling en hoefde ik opeens even helemaal niets behalve elke avond een hormoonpilletje slikken. Ik ging als een trein, de sprieten op mijn hoofd werden wat langer, de gevreesde overgangsklachten bleven uit, overtollig vet en vocht verdwenen langzaam maar zeker, ik liep een hardloopevenement over het strand en dook volle bak in mijn schoolwerk. Dat kankerboek moest zo snel mogelijk uit en dicht.

Je voelt hem al aankomen, ik ging te snel. De echte impact van dit jaar komt nu pas. Opnieuw vertrouwen krijgen in mijn eigen lijf. Een rare knobbel onder mijn oksel, een bloeduitstorting op mijn romp, alles wat eerder normaal was zorgt nu voor twijfel in mijn hoofd. Mijn verminderde energie en concentratie. Luisteren naar een docent tijdens een college en na veertig minuten geen idee hebben wat zij als laatste zei. Het balen van de dagelijkse confrontatie in de spiegel met mijn kapsel. Het besef dat de Veer van voor 21 maart 2017 er niet meer is. Angsten en onzekerheden die altijd al in mij sluimerden waren grootser dan ooit en op geen enkele manier te verbloemen. En zo werd er toch nog een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan het boek, maar wel één die ik in stilte las.

Van mijn schrijfsels ben je nog niet verlost. Niet meer op regelmatige basis. Met wat luchtigere onderwerpen want naast het kankerleven maak ik allerlei andere dingen mee waar mijn handen van jeuken om een blog over te schrijven.

Ik wil graag afsluiten door jou, mijn lezer, een virtuele handkus toe te werpen en dat is heel wat voor iemand die niet van het beleefdheidszoenen is. Jij maakte de inktzwarte dagen wat gekleurder, alleen al door het lezen van mijn blogs. En dan die ontelbare hartverwarmende reacties. Ik heb niet op iedereen persoonlijk gereageerd, maar ik heb elk bericht tot me genomen en er intens van genoten! Dank je wel! Ik blijf schrijven, blijf me volgen en gerust reacties plaatsen, ook wanneer het niet over kanker gaat. Niets behulpzamer voor een schrijver dan weten dat zijn of haar teksten gelezen worden en te horen of ze in de smaak vallen.

Als je nou eens

“Als je nou eens niet kon sterven

zou je dan op zwemles gaan?

Van de hoge duikplank duiken?

Zeilen zonder zwemvest aan?

Op de hoogste bergen klimmen?

Op de smalste richel staan?

Langs de diepste kloven lopen?

Was daar dan nog wel wat aan?

 

Als je nou eens niet kon sterven,

was vakantie dan nog fijn?

Zou je je nog steeds verheugen

Op dat reisje met de trein?

Zou je van het strand genieten?

Van de zee, de zonneschijn?

Van de ijsjes, van de frieten?

Zou je dan gelukkig zijn?

 

(Uit Doodgewoon van Bette Westera en Sylvia Weve)