Selecteer een pagina

‘Wat heb jij een bejaardenfiets, is de volgende stap een e-bike?’, spotte ik vorige maand tegen vriendin I. Zij trapte ondertussen haar trappers van haar damesfiets onvermoeibaar rond, dolblij dat zij na haar zware operatie zich dit soort activiteiten weer kon veroorloven. ‘Fietshelmpje erbij, unisex ANWB-jasje en met die fietstassen, het is helemaal af’, ging ik nog even door, ‘Binnenkort mag je ook bij de jeu de boules vereniging’. I. liet het gelaten over zich heen komen en fietste onverstoorbaar richting sportschool. Ze kent me langer dan vandaag.

Frustraties

Afgelopen maandag stort ik, na een gefrustreerde huilbui en een schoonmaakaanval, rond 19.00 uur in bed. Het zit totaal niet lekker dat ik geen baas over mijn eigen lichaam ben en dat mijn tolerantielevel ergens onder mijn voetzolen hangt. Zoon heeft zijn luierkont tegen me aan geschaard en samen kijken we halfslachtig naar ‘De rode tractor’ op televisie. Mijn hersenen draaien overuren aan frustraties terwijl het geluid van de televisie door de kamer schettert.

Visite

De deurbel klinkt en niet veel later steekt het hoofd van de echtgenoot om de slaapkamerdeur, die vraagt of ik nog wakker ben. Ja dus, maar nu visite, moet dat, dondert het in mijn hoofd. Het warme lijf van zoon opzij, die niets meer van alle commotie merkt omdat hij inmiddels wel slaapt. Beneden zie ik twee paar verwachtingsvolle ogen en een paar vragende. Ik moet even scherpstellen, daglicht is nog steeds een dingetje. ‘Veer, we hebben iets voor je geregeld’, klinken de woorden van vriendin I. met in haar kielzog een driftig knikkende vriend R. Aan de toonhoogte van spreken te horen is zij zelf erg opgetogen.

Handreiking

Dan valt mijn oog op een zwart gevaarte. Het zal toch niet.. maar ja hoor, daar staat een e-bike. Midden in mijn woonkamer. En maakte ik een maand geleden dus nog grapjes, voordat dit hele kankergebeuren begon, sta ik nu te stralen als een kind in een snoepjeswinkel. Een heuse e-bike. Die mij in weken van dit mijn vrijheid en zelfstandigheid een beetje teruggeeft. Die er voor zorgt dat ik geen eindeloze rondjes over dezelfde dijk hoef te lopen, maar mijn horizon kan verbreden. Op slag vergeet ik mijn frustraties en maak een oefenritje door de straat. ‘Maar Veer, de fietshelm moet je er wel zelf bij regelen’, kan vriendin I. niet laten om op te merken. En die heb ik dan ook verdiend. Weer een vooroordeel verworpen.