Nog niet zo lang geleden fietste ik bergen. In een strak fietspakje bereed ik verschillende puisten en gaf zo mijn energie voor zoon en zijn lotgenoten die geen energie hadden; aldus onze slogan. Afgelopen voorjaar en zomer was de dijk op fietsen al een ware beproeving. Om over het fietspakje maar te zwijgen, met mijn nieuwe ‘kanonskogels’ is het ritsje bovenaan niet meer dicht te krijgen. ‘Ik zorg wel dat ik je vanaf nu alleen nog maar tegemoet fiets’, oppert de echtgenoot met een verlekkerde blik op mijn decolleté. ‘Laat ik altijd gedacht hebben dat je een billenman bent’.
Dat sporten miste ik dus wel. Afgezien van dat het mijn hoofd leegmaakte en het endorfine aanmaakte, zorgde het er ook voor dat mijn lijf niet in een drilpudding veranderde. Helemaal stil zat ik tijdens de chemoperiode niet, ik deed mijn dagelijkse wandeling en sportte tweemaal per week bij de fysiotherapeute, maar vergeleken met ‘vroeger’ was het me niet genoeg. Elk jaar deden we mee aan een sportief evenement wat zorgde voor een doel om naar toe te trainen. Maar ook na een lange werkdag, waar stress soms de overhand nam, was niets fijner dan met roffelende voeten over de dijk te rennen, blik op oneindig.
Kort na mijn laatste chemo dacht ik het hardlopen wel weer op te pakken. Vol enthousiasme hees ik me in mijn te strakke hardlooptight. Dit varkentje ging ik wel even wassen. Van mijn fysio kreeg ik strikte orders mee om twee minuten hard te lopen, een minuut te wandelen. Hoeveel van dit soort setjes ik mocht doen, was ik voor het gemak vergeten, maar dat ik er twaalf kon lopen, wist ik zeker. Bij set zes belandde ik in de berm en rolde nog net niet van de dijk. Een passerende auto minderde vaart, de bestuurder keek alsof hij een alien zag en reed hoofdschuddend door. Gedesillusioneerd droop ik in wandelpas af naar huis.
Nu ik opknap en weer wat meer deel ga uitmaken van de normaal functionerende maatschappij was het tijd voor poging twee. Dit keer met een hardloopbroek die ik nog wel pas. Na de deceptie van augustus waren mijn verwachtingen niet hoog. Ik koos om te lopen in een recreatiegebied gelegen in het nabijgelegen dorp zodat niemand mijn lijdensweg kon aanschouwen. Maar alle genomen voorzorgsmaatregelen ten spijt, ik liep redelijk comfortabel een rondje. Voor even voelde ik me weer mens en Bennie Bravoure nam het inwendig over.
De sportschool, dat kon ook wel weer. Afgelopen maandag, klokslag acht, stond ik voor de balie. Niets geen voorzichtige oefeningen onder fysio toezicht. Tijd voor het echte werk. Op de mat voerde ik allerlei standjes uit, maar het squadapparaat was toch wel mijn favoriet. Overmoedig deed ik een aantal setjes. ‘Dat ging lekker, bijna als vanouds’, verzuchtte ik gelukzalig.
Twee dagen later viel ik bijna op mijn gezicht bij het uitstappen van mijn bed. De rest van de dag sleepte ik me voort. Bleef liever staan omdat zitten alle getroffen spieren in mijn benen deed branden. ‘Niets meer gewend’, vond de echtgenoot. ‘Weet je eens hoe ik me voel’, lachte dochter me uit. ‘Lachen jullie maar’, was mijn antwoord terwijl ik zachte klopjes op mijn benen gaf. ‘Mijn spieren zitten er nog en ik doe weer mee!’
Een foto van een fietsende Veer, als bewijs, maar dan voornamelijk voor mezelf. Oh jongens, dit lijkt wel een leven geleden…
En je doet t geweldig!
Veer is back!! Super trots op je, succes met de spierpijn en wat een mooie blog heb je geschreven. Dikke kus
Haha, zo fijn om te lezen dit! Goed bezig!
Knap hoor! Wat ben je toch een doorzetter, ik heb daar zoveel bewondering voor… je weet ik ben niet zo een sporter, ik hou het maar bij wandelen met de hondjes, beter dan niks toch? ♀️♀️
Nog even geduld en dan rijdt Veer weer op kop!♀️
Heerlijk dat je weer back on track bent Veerle.
Yes…YEs…YES!!!!
Haha, eigenwijze drol die je d’r bent. Lekker bezig hoor! Je voelt zelf wel aan wat wel en niet kan nog. Je bent een topper!
goed dat je weer geniet Veerle…
One step at the time!
Wat ben je toch een topper!