Selecteer een pagina

Schreeuw ik overal mijn voorliefde voor de Nederlandse taal van de daken, krijg ik nu geen mooie Nederlandse opmerking gevonden voor ‘the struggle is real’. En real, dat is tie. Mijn hoofdhuid begon afgelopen donderdag zeer te doen ter hoogte van mijn staartje. Vrijdag lukte het me niet om datzelfde staartje langer dan twee uur in te houden en kamde ik in de avond al een bovengemiddeld aantal haren uit mijn hoofd. Gistermorgen zette dit door en gisteravond was het eerste kleine bosje haren een feit. Hoewel ik wist dat dit zou gaan gebeuren zo’n 14 tot 17 dagen na mijn eerste chemobehandeling, is het toch even slikken. Het voelt als een flinke berg (neem bv. de Mortirolo) die ik moet nemen, maar het liefst nog even uitstel.

Mijn nachtelijke overpeinzingen over mijn kale hoofd gaan het meeste over zoon die door zijn ziekte verstandelijk beperkt is. De eerste dagen na de chemo was ik goed ziek. Niet aan hem uit te leggen. Maar juist door zijn geestelijke beperking is hij feilloos in het aanvoelen van emoties van anderen. Hij bleef dus zeker de eerste twee dagen uit mijn buurt, voor mijn moederhart onverteerbaar. Straks geen haar meer op mijn hoofd en ondanks prachtig haarstuk zal hij dit toch gaan zien. Ja, mijn grootste angst is dat hij me de eerste paar dagen wederom uit de weg gaat. Ik hoor hem zeggen: ‘Niet, niet’ als ik hem wil knuffelen of ‘Af’ als ik een mutsje draag.

Naast zoon voelt het ook alsof me een stukje vrouwelijkheid wordt afgenomen. Mijn haar is toch wel een beetje mijn handelsmerk, het kan me niet blond genoeg. Een heleboel euro’s heb ik in gedachten in het spoelbakje van de kapperszaak zien wegspoelen, maar wel met resultaat; mijn blonde lokken. Die nu dus een voor een mijn hoofd verlaten en voorlopig nog niet van plan zijn terug te komen. Misschien is karma dan toch een bitch; was ik niet degene die steeds opmerkingen plaatste over korte, pittige, paarse kapsels? Overigens hoor ik de criticasters denken; je vrouwelijkheid omvat veel meer dan je haar. Klopt helemaal, maar voor mij voelt dat nu even niet zo. Daarnaast ben ik straks door dat kale hoofd voor de buitenwereld ook zichtbaar ziek.

Met mijzelf maakte ik de afspraak dat als mijn haar zou gaan uitvallen het eraf gaat. Ik ga niet toekijken hoe steeds meer haar verdwijnt, dat voelt voor mij als zelfkastijding. Gisteren maakte ik een afspraak voor aanstaande dinsdag bij ‘Haar op Maat’. Mijn geliefde haar laat ik daar achter en mijn haarstuk gaat mee naar huis.  Puberdochter blijft er vooralsnog rustig onder. ‘Ons eerstvolgende winkeluitje wordt met een kaal hoofd’, zeg ik. ‘Dan zet je jouw pruik maar mooi op’, kaatst ze de bal terug.