Selecteer een pagina

Op een zondag, die bol stond van herinneringen aan mijn vader en daardoor al emotioneler was dan elke andere zondag, kwam het als een pakketje, compleet met paars lintje eromheen. Zijn echtgenote bracht het mee en overhandigde het bundeltje plechtig terwijl ze mijn nieuwsgierigheid wekte met de woorden: ‘Dit wil jij vast hebben’. Voorzichtig peuterde ik het paarse lintje eraf en bekeek het caramel getinte boekje dat onder het lint vandaan kwam. ‘Huwelijksboekje’ stond er in sierlijke gouden letters opgedrukt. Daaronder twee enveloppen, één witte, met erin een wilsbeschikking van mijn moeder, haar identiteits- en rijbewijs, krantenknipsel met rouwadvertenties en een envelop met in rode letters ‘papa’ erop getekend, daarin een gedicht van mij aan mijn vader, geschreven in mijn vroege tienerjaren.

Mijn vadertje, die joviaal, geïnteresseerd en de gangmaker was op elk feest, maar waar ik maar zelden mee tot een diep gesprek kwam, zeker niet als het op mijn moeder aankwam, had deze spullen altijd bewaard in een laatje van zijn secretaire, weggestopt voor nieuwsgierige ogen. Ik las de wilsbeschikking, die mijn moeder drie dagen voor haar dood had geschreven met haar typerende, nette handschrift, met een brok in mijn keel. Ik wist dat zij een krachtige persoonlijkheid was en de manier waarop ze hier haar rap naderende dood optekende, bevestigde dit maar eens. Het trouwboekje met daarin de laatste pijnlijke woorden ‘de echtgenote is overleden op ..’. De rouwadvertenties uit de krant, de zin boven haar eigen rouwkaart ‘Tegen het noodlot vermag wijs overleg niets’ waar ik als 12-jarig meisje mijn hersens over brak wat er nou mee bedoeld werd.

Voor me lag geschiedenis, documenten van een leven dat geweest was, maar niet meer is. Samen met mijn vader en moeder vormde ik een gelukkig, driekoppig gezin in een afgelegen huis aan een landweg. Mijn dagen bestonden uit buiten spelen, hutten bouwen en tennissen tegen de muur. Totdat kanker om de hoek kwam kijken en ons gezin in zijn klauwen kreeg. Of zoals mijn moeder zelf zo mooi optekende, in een korte versie; aan het noodlot doe je niets. En terwijl ik kijk naar die spullen voor me, dat stukje geschiedenis op een hoopje, komt het verdriet genadeloos naar boven. Van dat gezin, dat daar op papier gedrukt staat, is er nog maar één over, en dat ben ik. Specifieke herinneringen aan mijn jeugd in ons gezin zitten alleen nog in mijn hoofd en kan ik bij niemand meer verifiëren. Mijn stabiele basis is weggevallen. Ik voel me soms eenzaam ondanks mijn fantastische eigen gezin, betrokken stiefmoeder* en liefdevolle familie en vrienden.

Vorige maand bezocht ik een medium. Met enig scepticisme, op zoek naar iets dat niet meer lijfelijk hier is. Al een poos van plan, door het overlijden van mijn vader een extra zetje gekregen om het ‘nou eens echt te doen’. In gedachten zag ik hem met zijn ogen rollen, van die spirituele onzin was mijn pa, nuchter als hij was, niet gediend. Ik mocht het gesprek opnemen en luisterde het met de echtgenoot, die als chauffeur en trouw klankbord fungeerde, op de terugweg af. We tackelden samen een aantal uitspraken, die toch wel echt een schot voor open doel leken, maar het merendeel klonk als herkenning. 20-80 vond de echtgenoot, alwaar ik me geheel bij kon aansluiten. En met de woorden van het medium in mijn hoofd vond ik weer even ons gezin terug. Gesterkt door bepaalde boodschappen en genoeg stof tot nadenken. Kwetsbaarheid was het woord van die dag.

De spulletjes die ik vorige week kreeg, stop ik in een doosje op de piano. Straks gaan ze in een brandveilig kistje, waar ook mijn fotoboeken in liggen. Als ik bij het starten van mijn dag een kaarsje aansteek, die naast het doosje staat, haal ik voor even het boekje eruit, strijk met mijn vingers over het papier, lees de woorden nogmaals, lispel ze zachtjes op en denk aan wat ooit was. Zolang er liefde is, bestaat er geen voorbij.

*Ik vind dit zo’n negatief woord, maar om privacy technische redenen noem ik in mijn blogs niemand bij naam, zoals ik in het dagelijks leven uiteraard wel gewoon doe. Ik probeerde nog aanwaai-moeder, positief stief en nogmaals echtgenote van mijn vader, maar besloot uiteindelijk dat stiefmoeder toch de gangbare term is die de lading dekt.