Selecteer een pagina

Ergens vanaf mijn linkerzijde hoor ik vaag, vanuit de verte, een mannenstem. Het gaat over lymfeklieren en trosjes. ‘Doe alsof je het begrijpt’, seinen mijn hersenen. Ik brom instemmend en zak vervolgens terug in de aangename roes waarin ik me bevind. Al gauw loop ik weer op het strand en zie ik de vrijgezellen van ‘Temptation Island’. Ik laat me inpakken door de charmes van een verleider met een wasbordje totdat hij begint over mijn borsten. Of wacht, nu is er weer een mannenstem vanaf mijn rechterzijde. Ik vang iets op over goed gegaan, maar het enige wat ik denk is; laat me met rust, ik wilde net een cocktail pakken.

Afgelopen week was het zover, mijn operatie stond gepland. ‘Zie je er tegenop?’, was de meest gestelde vraag. Mijn antwoord luidde steevast nee. Ik keek er zelfs een beetje naar uit. Volgende hoofdstuk, nog een stap dichter bij hopelijk kankervrij. Mijn grootste angst was eigenlijk de narcose, maar stelde de anesthesist me gerust; dat hebben de meeste mensen. Om er vervolgens aan toe te voegen dat dit zeker geldt voor vrouwen omdat de touwtjes uit handen geven een lastig dilemma blijkt. Vanuit mijn ooghoek zag ik de echtgenoot driftig knikken. ‘Herkenbaar schat?’.

Na een dagopname maandag voor het maken van een tweetal scans behorende bij de schildwachtprocedure, gaan de echtgenoot, dochter en ik sushi eten. Zoon is ondertussen al uitbesteed om alle chaos voor hem zo behapbaar mogelijk te houden. Gekscherend noemen we ons diner ‘het laatste avondmaal’ en refereren we aan ons vorige etentje, de dag van de diagnose. ‘Dit is ons eigen ritueel he mam’. We praten nog wat over de achtbaan die nu al vijf maanden ons leven bepaalt, voor ieder op zijn/haar eigen manier. Maar al gauw verdwijnt het naar de achtergrond en doen we ons tegoed aan het eten.

Dinsdagmorgen meld ik me om 7.30 uur. Onder de röntgen wordt mijn lymfeklier gemarkeerd, het levert me een paar touwtjes stekend uit mijn oksel op. Daarna is het afwachten tot 10.50 uur, de verwachte ok-tijd. Tijd om zenuwachtig te worden is er echter niet, onverwachts mag ik eerder naar beneden. We maken nog wat grapjes over de charmante operatieslip die ik aan mag en mijn wagenziekte i.c.m. het rijden terwijl ik in een bed lig. Even een momentje van paniek als blijkt dat de echtgenoot niet mee de holding op mag en het afscheid dus sneller komt dan verwacht. Het verplegend personeel wat mijn infuus prikt blijkt het spreekwoord ‘drie keer is scheepsrecht’ ook te kennen en afsluitend komt de chirurg nog wat tekeningen maken op mijn lijf.

En dan komt de ok, onvermijdelijk. Dag borsten, dag lymfeklieren, dag eileiders en eierstokken. Dag kanker, vaarwel!